ga naar startpagina

Clyde Pinas vertrekt

tosGebiedsondernemer Clyde Pinas neemt na ruim 18 jaar afscheid van TOS en van Delfshaven. Hij maakt een nieuwe start als zelfstandig ondernemer.

Hij dacht er al langer over en heeft nu de knoop doorgehakt. Clyde gaat per 1 maart 2018 weg bij Thuis Op Straat om iets heel nieuws te beginnen.
“Ik zit al heel lang bij TOS, met veel plezier, maar nu is het tijd om iets anders te gaan doen”, legt Clyde uit. “Ik heb een droom; ik wil iets nieuws opzetten in een heel andere richting. Daar ga ik mee aan de slag. Dat betekent dat ik TOS en mijn geliefde Delfshaven ga verlaten. Maar als alles volgens plan verloopt, zien jullie me na verloop van tijd vast wel weer terug in Rotterdam.”

Organisatie
TOS Delfshaven heeft diverse ontwikkelingen en fases doorlopen, voor een groot deel onder leiding van Clyde. Thuis Op Straat begon in 1996 in Delfshaven onder de vleugels van welzijnsorganisatie DISCK. Clyde vertelt: “In 2006 zijn we als zelfstandige stichting verder gegaan. We zijn goed blijven samenwerken met alle welzijnspartijen. Toen in Delfshaven geluiden opgingen om al het welzijnswerk te fuseren, is TOS daarbuiten gebleven. Per januari 2017 zijn we geen zelfstandige stichting TOS – Delfshaven meer, maar hebben alle TOS-praktijken in Rotterdam hun krachten gebundeld binnen de stichting Thuis Op Straat. De keuze voor één stichting heeft onder meer te maken met Nieuw Rotterdams Welzijn en de bijbehorende aanbestedingen. Juist die aanbestedingsperikelen gaven mij voor het eerst het gevoel dat ik iets anders wilde. Na de eerste aanbesteding en gunning van de opdracht wilde ik mijn team niet in de steek laten. Maar nu is het moment voor mij om een volgende stap te zetten.”

Medewerkers
We gaan terug in de tijd. Clyde begon in september 1999 als TOS-baas in de wijk Delfshaven. “Meer dan tien jaar geleden, het zal 2005 geweest zijn, ben ik als projectleider de kar gaan trekken”, blikt Clyde terug. “Ik heb mijn team zelf gevormd. De medewerkers, vooral met Melkert- en later ID-banen, zijn dankzij scholing stuk voor stuk uitgegroeid tot kanjers. Als je vraagt voor wie zij werken, zeggen zij niet ‘de organisatie’, maar ‘de doelgroep’! Een van mijn medewerkers van het eerste uur, Zsuzsanna Lajko, heeft zich vanuit de arbeidsverruimende maatregelen zo enorm ontwikkeld dat zij na mijn vertrek de gebiedsondernemer voor TOS Delfshaven wordt.”

Successen
Clyde geeft aan dat TOS Delfshaven veel nieuwe dingen heeft ontwikkeld. “TOS Delfshaven is minder dan andere gebieden met sport bezig. Er is hier altijd veel aandacht geweest voor cultuur: straattheater, kunst, muziek, schilderprojecten en ga zo maar door. En we hebben groot succes gehad met het werken met jongeren. Via het sociaal-economische model kan je heel veel voor elkaar krijgen. Dat begint al met zakgeldbaantjes.”
Er zijn vanuit TOS Delfshaven bijzondere arbeidsprojecten ontstaan, bijvoorbeeld The Urban Family. Het verhaal van vijf jongeren met crimineel gedrag, die dankzij TOS hun talenten gingen inzetten voor hun eigen wijk. Ze organiseerden het festival BellamyBeats en kregen vervolgens opdrachten voor het organiseren van activiteiten en evenementen.
Clyde: “We zochten naar arbeidsmogelijkheden voor jongeren uit onze wijken. Van de 100 bedrijven die we aanschreven, kregen we welgeteld één reactie: dat men geen vacatures had. En dat terwijl er in de haven banen genoeg zouden zijn. Maar daarbij moet je wel bekijken welke trajecten geschikt zijn. Als jongeren geen VOG kunnen overleggen dan valt er heel veel af. Zo is Heilige Boontjes ontstaan: een project voor jongeren die elders geen kans kregen. Nu konden ze aan de slag met koffie, van het branden tot het verkopen. Het staat nu volledig op eigen benen, helemaal los van TOS. Het is mooi om in de supermarkt bij de koffie de pakken van Heilige Boontjes te zien staan. Als ik terugkijk op mijn tijd bij TOS ben ik trots, want er is in Delfshaven iets goeds neergezet. TOS staat echt op de kaart. Maar ik ben vooral trots op mijn team, op mijn medewerkers. Ik laat TOS Delfshaven dan ook vol vertrouwen in hun handen achter.”